Paul Van Grembergen

13-09-2024

Ik was twintig jaar geleden kabinetschef van toenmalig minister van Cultuur Paul Van Grembergen. Paul heeft veel betekend voor het Vlaams cultuurbeleid, maar ook voor Ertvelde en Evergem. Het Cultuurfonds dat zijn naam draagt, wilde ter nagedachtenis een mooi kunstwerk laten maken.

Samen met Rebecca Van Rechem, de toenmalige coördinator Comeet, begeleiden we dit prachtige project. Van bij de opdrachtomschrijving wilden alle betrokkenen dat het een duurzame artistieke interventie zou zijn. Een plek waar even halt houden, een feitelijk en mentaal rustpunt dat verstilling en bewondering kan generen. Het staat hierdoor in schril contrast met de drukte in de directe omgeving.

5 kunstenaars zijn deze uitdaging aangegaan en hebben hun ontwerp voorgesteld aan een artistieke selectiecommissie. Er werd gekozen voor schilder en beeldhouwer Philippe Aguirre y Otegui. Hij kon kunstwerk uitvoeren ter hoogte van de bibliotheek van Ertvelde.

Het letterenhuis in Antwerpen bezit de handgeschreven tekst van "Gedicht" van Paul Van Ostaijen. Deze tekst kalligrafie heeft hij gebruikt in een mozaïek. De vorm van de sculptuur is gemetst worden en daarna bezet met mozaïektegeltjes.


Bij de inhuldiging kon ik schetsen wie Paul Van Grembergen als Cultuurminister was.


Wie was Paul Van Grembergen als minister van Cultuur?

Ik wil Paul graag typeren én waarderen aan de hand van zijn teksten en toespraken. Ik probeer zo zijn geest, zijn inspiratie en zijn bezieling weer te geven. Hij schreef zijn toespraken meestal zelf, in tegenstelling tot de meeste van zijn collega's. We leverden wel ideeën en suggesties, maar Paul zette ze altijd naar zijn hand. Of liever naar zijn mond, met zijn woorden en beelden. Altijd kunstzinning, beeldrijk. Mild en scherp tegelijk.
Doorheen die fragmenten ontdek je hem best van al.
Ik vond in mijn archief 102 toespraken terug. Enkele fragmenten daaruit.

Cultuur is geen antibioticum. Het is een vitamine waar je elke dag nood aan hebt.

In 2003, bij de opening van de tentoonstelling 'Kunst in Wachtebeke'

"Cultuur is een recht, een basisrecht zelfs. Iedereen die het wenst moet kunnen kiezen voor cultuur. Zoals onze maag recht heeft op voedsel, ons lichaam op verzorging, hebben onze zintuigen hebben recht prikkels. Iedereen moet kunst kunnen voelen, proeven, tasten, bekijken, beluisteren, iedereen en altijd……..zoals het hém of haar past. Niet iedereen moet willens nillens naar de opera, maar iedereen moet minstens de kans krijgen om het te doen. Het moet niet; het moet kunnen'.

Cultuur is geen antibioticum. Het is een vitamine waar je elke dag nood aan hebt. Met cultuur los je niets snel op. Een culturele ingreep is per definitie traag. Traagheid geeft kracht, genereert consistentie. Cultuur is de eik die heel langzaam groeit maar uiteindelijk een heel sterke boom wordt waaruit de beste planken worden gezaagd.

Misschien kan kunst de wereld niet veranderen, maar ik denk dan graag aan een gedicht dat ik ooit ergens las:

Wie zal zeggen
Of dat wij hopen bestaat
Het is ermee,
Als met de wegen op aarde
Eerst zijn er geen wegen,
Maar ze ontstaan als veel mensen in dezelfde richting lopen"


Op het theaterfestival 2003, zei hij onder andere:

"Kortom, we moeten blijven proberen spreken over het maatschappelijke draagvlak van de kunsten, blijven proberen articuleren waarom artistieke autonomie noodzakelijk is en vaak niet elitair, blijven proberen manieren te vinden om een publiek aan te spreken, hoe klein ook.

Als overheid moeten we blijven proberen de fragiliteit van de kunsten te aanvaarden, te verdedigen. Dat is mijn taak vandaag, (...) dat is de taak van de volgende minister van cultuur, dat is ook uw taak, blijf ook daarover nadenken en blijf alstublieft argumenten aanreiken die de bijzondere plek van de kunsten in het beleid van de Vlaamse gemeenschap vrijwaart."

In mei 2003, bij de opening van de tentoonstelling 'Fatale Vrouwen' voegde Paul daar nog een dimensie aan toe:
"
Speelt cultuur een heel belangrijke rol in ons leven van alledag (...) dan is de kracht van kunst net zo goed dat ze ons in contact kan brengen met wat vreemd is, of raadselachtig, met mythen die vaak geworteld zitten in een heel ver en duister verleden, met oerkrachten waar we geen vat op hebben en die ons een beetje perplex doen staan."

Hij droeg het onroerend en cultureel erfgoed diep in zijn hart. Bij de opening van een tentoonstelling in de kathedraal van Antwerpen, zei hij: "Toen mij onlangs door het tijdschrift Openbaar Kunstbezit Vlaanderen werd gevraagd wat mijn favoriete kunstwerk was, leidde mijn keuze mij, net zoals vandaag het geval is, naar een kathedraal. Niet naar die van Antwerpen, maar naar de Sint-Baafskathedraal van Gent. Ik koos voor een schilderij dat mij eeuwen nadat het werd vervaardigd, nog altijd in vervoering kan brengen: Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck. Het verhaal van Het Lam Gods lijkt op een thriller, (...) laat ons van de zorg om het erfgoed samen een succesverhaal maken."

Hij was bijzonder fier op de twee decreten die het Vlaamse erfgoed verankeren: het erfgoeddecreet en het topstukkendecreet. Dat zei hij in Brugge, bij de opening van het vernieuwd Groeningemuseum (op 8 februari 2023). Die fierheid is terecht. Deze twee decreten zijn vandaag nog steeds de hoekstenen van het beleid voor het cultureel erfgoed, van onze musea, erfgoedcellen, archieven, enzovoort.

Hij duidde dat Vlaamse erfgoed graag in een brede, internationale context. Aan de vooravond van het Erfgoedweekend (26 april 2003) zei hij in een toespraak:

"Ik wil toch ook even een blik werpen op wat er buiten Vlaanderen gebeurt, en stilstaan bij de tragedie van Irak. Negentig jaar na de Groote Oorlog vinden nog steeds dezelfde verschrikkingen plaats. Er zijn de menselijke tragedies (...) maar er is ook de 'memoricide' die heeft plaatsgevonden door de onvergeeflijke plundering van het museum in Bagdad. Tussen Tigris en Eufraat bevindt zich de bakermat van onze beschaving. In dat Nabije Oosten vond de overgang plaats van een nomadische naar een sedentaire levensstijl. Daar ontstond het schrift, de rekenkunde, zelfs de voorlopers van de Vlaamse (...) ambtenaren waren daar actief. Ze gebruikten geen pc, maar schreven op kleitabletten. (...) Duizenden overblijfselen van die mijlpalen uit de geschiedenis zijn in één dag verwoest omdat men niet de moeite heeft genomen deze historische en kunsthistorische schatkamer te beschermen."

Bij de Opening van de tentoonstelling 'Voorbij de grens' in De Brakke Grond

Later, na zijn ministerschap, werd Paul nog voorzitter van De Brakke Grond. De samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland lag hem nauw aan het hart. Op de opening van 'Voorbij de grens', samengesteld door Jozef Deleu, zei hij - let op de rijke taal:

"Een kunstwerk mogen we dus beschouwen als een activiteit op de grens of in de marge van het niemandsland. Wat in de marge gebeurt zullen tegenstanders marginaal noemen en medestanders uitzonderlijk. Een grensgebied is dus een uitzonderlijk gebied, soms een uitzonderingsgebied, waar mensen heel intens bezig zijn met zichzelf en met de wereld. Kunst ontstaat altijd op de grens, de plaats of de ruimte waar de illusie een vorm krijgt en de droom een inhoud.
De kunstenaar of Citoyen de Frontière is per definitie 'uitzondering' en soms is hij uitzonderlijk. Hij smokkelt de vruchten van zijn verbeelding uit de oogst van zijn denken en doen naar de overkant."

Van Brussel naar Zuid-Afrika is een hele afstand. Maar ook met dat land werden er banden gesmeed, hoopvolle banden. Een fragmentje uit de speech nav de ondertekening van de Intentieverklaring tss Vl. Gemeenschap en Zuid-Afrika:

"Geachte heer minister, Mr. Ngubane, …

Het is een hele eer voor mij om hier te zijn op de vooravond van de 10de verjaardag van de democratie in Zuid-Afrika. Ik zeg dat niet alleen als politicus, maar vooral ook als minister van cultuur. Omdat ik er zeer sterk in geloof dat cultuur levensnoodzakelijk is voor de samenleving. Cultuur is een belangrijke hefboom voor een maatschappij die waarden als openheid, democratie, culturele diversiteit, participatie en creatieve-kritische zin bij de brede bevolking wil aanscherpen. (...) Het aanreiken van mogelijkheden aan de bevolking om andere culturen te leren smaken en respecteren beschouw ik als basisdoelstelling van het cultuurbeleid. Door de kennismaking met cultuuruitingen uit het buitenland, kan er ook een groter begrip ontstaan voor de 'vreemde' cultuuruitingen in eigen land."
Het is een boodschap die evenzeer voor ons eigen land van toepassing is en blijft.

Ooit gaf ik Paul een nieuwe titel. Ik noemde hem 'Minister van geluk'. Je hebt ministers die zich bekommeren om onze welvaart en ministers die zich bekommeren om ons welzijn en ons 'goedgevoelen'. Daarin spelen kunst en cultuur een grote rol. Zo kom ik aan het einde van deze laudatio. Tot slot deze drie zinnen uit Courant, het tijdschrift van het Vlaams Theaterinstituut, uit het nummer van juni 2004, dus na de toenmalige verkiezingen. Het zijn niet de woorden van Paul, maar van de directeur van dat instituut. Ze zeggen zoveel:

"Paul Van Grembergen neemt afscheid. Hij was de meest gecultiveerde cultuurminister sinds jaren en al was ik het niet met al zijn ideeën eens, hij bezat de gave van het woord, kende de broosheid van de poëzie en sloeg soms toe met de kaakslag van de retoriek. Ik dank hem voor zijn bezieling en geloof in de kracht van de kunst."

Ik sluit me heel graag aan bij die laatste woorden.

Bart Caron